Op 23 juni 2015 zijn de wetsvoorstellen civielrechtelijk bestuursverbod en herziening strafbaarstelling faillissementsfraude door de Tweede Kamer aangenomen. Beide wetsvoorstellen behoren tot het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht en zijn gericht op fraudebestrijding. Deze wetsvoorstellen zullen mogelijk op 1 januari 2016 in werking treden.
Het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht bestaat uit drie pijlers, te weten (i) fraudebestrijding; (ii) versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven; en (iii) modernisering van het faillissementsrecht.
On 27 May 2015, the bill for the Act implementing the European framework for the recovery and resolution of banks and investment firms (the "Implementation Act") and the explanatory memorandum thereto (the "Explanatory Memorandum") were published. The purpose of the Implementation Act is to implement the Bank Recovery and Resolution Directive ("BRRD") and to facilitate the application of the Single Resolution Mechanism Regulation ("SRMR").
Binnen het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht worden wijzigingen van het faillissementsrecht voorbereid. Het wetgevingsprogramma bestaat uit drie pijlers, te weten (i) fraudebestrijding; (ii) versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven; en (iii) modernisering van het faillissementsrecht. Wij noemen in deze Update enkele maatregelen waarop al concreet zicht bestaat.
In het kader van het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht is op 1 september 2014 het wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om in geval van faillissement een (oud-)bestuurder of feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon voor maximaal vijf jaar te verbieden een bestuursfunctie of functie als commissaris te bekleden binnen een rechtspersoon.
In Dutch case law it has long been held that the bankruptcy of a Dutch partnership automatically entails the bankruptcy of each of the partners. In a decision that explicitly breaks with previous case law, the Dutch Supreme Court found on 6 February 2015 that the bankruptcy of a Dutch partnership does no longer entail the bankruptcy of its partners.
Under Dutch law each partner of a partnership (other than a limited partner) is severally liable for liabilities of the partnership. The Dutch Supreme Court has recently rendered two important judgments with respect to the liability of partners in a partnership and the consequences thereof if the partnership is declared bankrupt.
Europe has struggled during the last several years to triage a long series of critical blows to the economies of the 28 countries that comprise the European Union, as well as the collective viability of eurozone economies. Here we provide a snapshot of some recent developments regarding insolvency, restructuring, and related issues in the EU.
Op 11 juli 2014 heeft de Hoge Raad bepaald dat vorderingen van een huurder tot het verrichten van onderhoud en tot het verschaffen van huurgenot op zichzelf steunvorderingen kunnen opleveren bij een faillissementsaanvraag (ECLI:NL:HR:2014:1681).
In een recente uitspraak heeft het Hof Den Bosch een nadere uitwerking gegeven van de werking van artikel 61 van de Faillissementswet (“Fw”), die van belang is voor ondernemers die gehuwd zijn na het maken van huwelijkse voorwaarden (Hof Den Bosch 12 augustus 2014, GHSHE:2014:2773).
Huwelijkse voorwaarden en faillissement