CIVIEL
Omzetting surseance financieringsdochters Oi houdt stand
The acknowledgement of a claim interrupts the five years’ prescription period for claims for payment (art. 3:318 DCC). On 21 April 2017, the Dutch Supreme Court answered the question whether the conduct of one company can qualify as the acknowledgement of a claim by another company (ECLI:NL:HR:2017:755).
De Wet civielrechtelijk bestuursverbod voorziet kort gezegd in de mogelijkheid voor de rechtbank om in geval van faillissement een (oud-)bestuurder of feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon voor maximaal vijf jaar te verbieden een bestuursfunctie of een functie als commissaris te bekleden.
In a recent judgment, the Supreme Court ruled that if a company acting in its capacity as director of another company is liable based on a wrongful act (onrechtmatige daad), Dutch law provides that the natural persons who were acting as directors of that director-company at the time the liability arose are jointly and severally liable.
Ondernemingen die boven bepaalde omzetdrempels uitkomen mogen niet fuseren voordat de ACM daartoe toestemming heeft gegeven (dit geldt ook voor overnames en oprichting van een gemeenschappelijke onderneming). Op dit moment mogen de ondernemingen zelf bepalen wanneer zij fuseren na de toestemming van de ACM. Als het aan de minister van Economische zaken ligt komt daar een einde aan: ondernemingen moeten binnen één jaar na die toestemming de fusie voltrekken. Dat staat in een wetsvoorstel dat de minister op 1 september jl. |
CIVIEL Executierechter bevoegd om te beoordelen of dwangsommen zijn verbeurd |
Grotere ondernemingen, dat wil zeggen ondernemingen waarin 50 personen of meer werkzaam zijn, zijn verplicht tot het instellen van een ondernemingsraad. Die ondernemingsraad komt op voor de belangen van de werknemers van de onderneming. Daartoe heeft de ondernemingsraad bijzondere wettelijke bevoegdheden, waaronder de bevoegdheid om advies uit te brengen aan de ondernemer over een voorgenomen besluit tot verkoop en overdracht van de onderneming of een onderdeel daarvan. De wettelijke bevoegdheid is neergelegd in de Wet op de Ondernemingsraden.
Op 26 mei 2016 oordeelde de Ondernemingskamer (OK) dat de curator in het faillissement van drogisterijketen DA Retailgroep (DA) de OR niet om advies hoefde te vragen over de doorstart van het bedrijf. Afgelopen vrijdag 2 juni 2017 maakte de Hoge Raad korte metten met deze uitspraak.
Wat was er aan de hand?
On 26 May 2016, the Enterprise Division of the Amsterdam Court of Appeal (OK) ruled that the liquidator in the bankruptcy of the DA Retailgroep drugstore chain (DA) was not required to consult with the works council concerning the relaunch of the business following its bankruptcy. But on Friday, 2 June 2017, the Supreme Court gave short shrift to this judgement.
What was involved?