Het voorontwerp Wet homologatie onderhands akkoord ter voorkoming van faillissement moet het een in financieel zwaar weer verkerende onderneming mogelijk maken om buiten faillissement of surseance haar schulden te saneren door een akkoord op te leggen aan alle schuldeisers. Een faillissement kan hiermee worden voorkomen. De rechten van schuldeisers en aandeelhouders kunnen hierbij worden gewijzigd.
European Insolvency Regulation
Recently, the Dutch Supreme Court rendered a judgment in which it has given a detailed explanation of the effects of bankruptcy proceedings on a contract or other legal relationship.[1] The case in question involved a dispute between a bankruptcy trustee and a bank as to whether the bank could file its post-bankruptcy l
Recently, the Dutch Supreme Court rendered a judgment in which it has given a detailed explanation of the effects of bankruptcy proceedings on a contract or other legal relationship.[1] The case in question involved a dispute between a bankruptcy trustee and a bank as to whether the bank could file its post-bankruptcy l
L’entrée en vigueur de la toute nouvelle loi sur l’insolvabilité modifiera le paysage du droit de l’insolvabilité belge dès à partir du 1er mai 2018. Le 1er avril 2017 entrait en vigueur le système de déclaration de créance par voie électronique. A présent, entrera en vigueur, dès ce 1er mai 2018, la demande de faillite par voie électronique dans le Registre Central de la Solvabilité.
ECT held Hanjin containers hostage
The Dutch government has published a new draft of the Dutch Continuity of Enterprises Act II (the "WCO II") which seeks to introduce pre-insolvency measures in the Netherlands.
On September 19, the Dutch District Court ruled in the first ever Dutch court case on the transfer pricing implications of a large business restructuring and confirmed the legal certainty that taxpayers can derive from thorough transfer pricing documentation. The case was litigated by the Tax Dispute Resolution group of Baker McKenzie Amsterdam.
Nu de verkoop van de inventaris meer dan een jaar voor het faillissement heeft plaatsgevonden, is het bewijsvermoeden van art. 43 Fw niet van toepassing. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het paulianeus handelen rusten dan ook op de curator. De enkele omstandigheid dat het niet goed ging met de onderneming, betekent nog niet dat op dat moment te voorzien was dat een faillissement onafwendbaar was.