On 5 February 2016 the Dutch Supreme Court ruled that the fact that a trustee in bankruptcy unlawfully collected pledged receivables has no consequences for the ranking of his salary. That the trustee in this case would profit from his unlawful behaviour (his salary is the highest ranking claim in a bankruptcy) is undesirable, but not enough reason to change the ranking.
Bij besluit van 27 mei 2016 is vastgesteld dat de Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude per 1 juli 2016 in werking zullen treden. Hieronder volgt een behandeling van de relevante aspecten van deze wetten.
On 2 December 2015 the draft bill on modernization of bankruptcy proceedings entered into public consultation. The bill is part of the Dutch legislative programme to improve and modernize bankruptcy law, known as Wetgevingsprogramma Herijking faillissementsrecht in the Netherlands.
TSN Thuiszorg B.V. ('TSN') verkeert al enige tijd in financiële problemen. Dit voorjaar haalde zij al meerdere keren het nieuws doordat zij haar werknemers een fikse loonkorting oplegde – ten onrechte, zo bleek onlangs (zie Rechtbank Overijssel 13 november 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5042). Eind november heeft TSN noodgedwongen surseance van betaling moeten aanvragen en kreeg dat ook. De afgelopen dagen kwam TSN opnieuw in opspraak.
Het is tegenwoordig schering en inslag: zogenaamde 'lege boedels'. Het gaat dan om rechtspersonen die failliet verklaard worden terwijl deze niet over enige baten beschikken.
Een aangestelde curator, wiens salaris op de eerste plaats voldaan wordt uit die baten, heeft in dat geval het nakijken. Hij zal zijn wettelijke werkzaamheden toch moeten verrichten, in de wetenschap dat hij daarvoor niet zal worden betaald.
Verzet door curatoren
De wetsvoorstellen civielrechtelijk bestuursverbod en herziening strafbaarstelling faillissementsfraude behoren tot het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht en zijn gericht op fraudebestrijding. De verwachting was dat beide wetsvoorstellen op 1 januari 2016 in werking zouden treden, maar dit is niet gehaald.
The Supreme Court recently issued an interesting ruling in an insolvency case where receivables that had been validly pledged to a bank were unlawfully collected by a bankruptcy trustee. The question was whether the damages claim of the bank against the bankrupt estate would take priority over the foreclosure and settlement costs, including the bankruptcy trustee’s salary.
On 5 February 2016, the Dutch Supreme Court (“Supreme Court“) ruled (ECLI:NL:HR:2016:199) that an estate claim (boedelvordering) based on damage suffered by a pledge holder, caused by the wrongful collection of claims encumbered by a right of pledge by a bankruptcy trustee, does not have priority over the estate claim relating to the remuneration of the trustee.
Indien een jaarrekening wordt vastgesteld conform de vereenvoudigde procedure (zoals neergelegd in artikel 2:210 BW lid 5 BW), dan geldt een afwijkende (kortere) termijn van elf maanden en acht dagen voor het vaststellen en publiceren van de jaarrekening. Het tijdig publiceren van de jaarrekening na haar vaststelling is van belang voor bestuurders van een vennootschap om te voorkomen dat zij ingeval van faillissement door de curator aansprakelijk worden gesteld wegens onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:248 lid 2 BW.
Op 29 januari 2016 heeft de Hoge Raad een interessante uitspraak gewezen over de ontbinding (HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:152).
De feiten waren als volgt.
Twee broers zijn tot 1995 gezamenlijk eigenaar van een huis in Zeeland. Nadat broer A de volledige eigendom heeft verkregen, bedingt broer B het recht om gedurende een aantal weken per jaar het huis te huren conform een vastgestelde maximum prijs.