De Wet civielrechtelijk bestuursverbod voorziet kort gezegd in de mogelijkheid voor de rechtbank om in geval van faillissement een (oud-)bestuurder of feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon voor maximaal vijf jaar te verbieden een bestuursfunctie of een functie als commissaris te bekleden.
In a recent judgment, the Supreme Court ruled that if a company acting in its capacity as director of another company is liable based on a wrongful act (onrechtmatige daad), Dutch law provides that the natural persons who were acting as directors of that director-company at the time the liability arose are jointly and severally liable.
Ondernemingen die boven bepaalde omzetdrempels uitkomen mogen niet fuseren voordat de ACM daartoe toestemming heeft gegeven (dit geldt ook voor overnames en oprichting van een gemeenschappelijke onderneming). Op dit moment mogen de ondernemingen zelf bepalen wanneer zij fuseren na de toestemming van de ACM. Als het aan de minister van Economische zaken ligt komt daar een einde aan: ondernemingen moeten binnen één jaar na die toestemming de fusie voltrekken. Dat staat in een wetsvoorstel dat de minister op 1 september jl. |
CIVIEL Executierechter bevoegd om te beoordelen of dwangsommen zijn verbeurd |
Op 22 juni 2017 heeft het Europese Hof van Justitie in de Estro-zaak een arrest gewezen dat een streep haalt door de Nederlandse pre-pack.
Bij een pre-pack stelt de rechtbank een beoogd curator aan, die voorafgaand aan het faillissement meewerkt aan het voorbereiden van een activa-transactie, die de curator vervolgens direct na het uitspreken van het faillissement aangaat en ten uitvoer brengt. De rechtbank stelt in het kader van een pre-pack ook een beoogd rechter-commissaris aan om toezicht uit te oefenen.
Gisteren (22 juni 2017) heeft het Europese Hof van Justitie (hierna: Hof) de lang verwachte uitspraak gedaan in de Estro-zaak. Aan het Hof waren prejudiciële vragen gesteld over de toepasselijkheid van de arbeidsrechtelijke regels van overgang van onderneming op de 'pre-pack' die sinds 2011 door de meeste Nederlandse rechtbanken wordt toegepast.
Het gaat de “pre-packprocedure” niet voor de wind. In een eerder blog schreven we al dat de advocaat-generaal bij het Europese Hof van Justitie (“Europese Hof”) concludeerde dat de Nederlandse pre-packprocedure geen faillissementsprocedure of procedure gericht op liquidatie is. Naar zijn oordeel gelden daarom de bepalingen inzake overgang van onderneming ook bij een pre-pack. Het Europese Hof volgt hem daar nu in.
Hierna volgt een korte bespreking van een arrest dat met name van belang is voor de praktijk. Een praktijk waarin curatoren steeds vaker geconfronteerd worden met ICT-leveranciers die zich opstellen als dwangcrediteuren (ik roep Oilily in herinnering), maar niet onder de reikwijdte van artikl 37b Fw vallen.
De kwaliteit van de debiteurenportefeuille is van belang voor de beoordeling van de vraag of een tussentijds dividendbesluit door de beugel kan. Dat blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 23 september 2016.