In its judgment of 9 December 2016, the Supreme Court ruled that once the debtor of a receivable has been notified of a right of pledge over that receivable, the holder of the right of pledge not only has the power to collect the amount due under the receivable but also is entitled to file for the debtor's bankruptcy if the debtor fails to pay this amount.
Inleiding
De pre-pack procedure is mogelijk een kort leven beschoren. Bij deze procedure wordt al vóór het uitspreken van het faillissement een doorstart voorbereid door de aanwijzing van een "beoogd curator". De wet die deze wettelijk moet verankeren in het Nederlandse insolventierecht in 2016 is aangenomen door de Tweede Kamer, maar moet nog van kracht worden.
Grotere ondernemingen, dat wil zeggen ondernemingen waarin 50 personen of meer werkzaam zijn, zijn verplicht tot het instellen van een ondernemingsraad. Die ondernemingsraad komt op voor de belangen van de werknemers van de onderneming. Daartoe heeft de ondernemingsraad bijzondere wettelijke bevoegdheden, waaronder de bevoegdheid om advies uit te brengen aan de ondernemer over een voorgenomen besluit tot verkoop en overdracht van de onderneming of een onderdeel daarvan. De wettelijke bevoegdheid is neergelegd in de Wet op de Ondernemingsraden.
Op 26 mei 2016 oordeelde de Ondernemingskamer (OK) dat de curator in het faillissement van drogisterijketen DA Retailgroep (DA) de OR niet om advies hoefde te vragen over de doorstart van het bedrijf. Afgelopen vrijdag 2 juni 2017 maakte de Hoge Raad korte metten met deze uitspraak.
Wat was er aan de hand?
On 26 May 2016, the Enterprise Division of the Amsterdam Court of Appeal (OK) ruled that the liquidator in the bankruptcy of the DA Retailgroep drugstore chain (DA) was not required to consult with the works council concerning the relaunch of the business following its bankruptcy. But on Friday, 2 June 2017, the Supreme Court gave short shrift to this judgement.
What was involved?
Op 22 juni 2017 heeft het Europese Hof van Justitie in de Estro-zaak een arrest gewezen dat een streep haalt door de Nederlandse pre-pack.
Bij een pre-pack stelt de rechtbank een beoogd curator aan, die voorafgaand aan het faillissement meewerkt aan het voorbereiden van een activa-transactie, die de curator vervolgens direct na het uitspreken van het faillissement aangaat en ten uitvoer brengt. De rechtbank stelt in het kader van een pre-pack ook een beoogd rechter-commissaris aan om toezicht uit te oefenen.
Op 3 juni 2016 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er een geldig pandrecht kan worden gevestigd op zaken die onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd aan de koper. Indien de koper failliet wordt verklaard, kan het voorwaardelijke eigendomsrecht uitgroeien tot een onvoorwaardelijk eigendomsrecht door vervulling van de voorwaarde jegens de verkoper (veelal volledige betaling van de koopsom). Ook de pandhouder kan deze voorwaarde vervullen. Het gevolg hiervan is dat genoemde zaken niet in de faillissementsboedel vallen, maar dat de pandhouder hier verhaal op kan nemen.
Op insolventiegebied heeft de Hoge Raad in 2016 een aantal interessante uitspraken gedaan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 25 januari 2017 (zaaknr. 201508332/1/A3) nogmaals bevestigd dat de bereidheid van een bestuursorgaan om te wachten met invordering van verbeurde dwangsommen totdat op een tegen de last onder dwangsom aanhangig gemaakt beroep is beslist door de rechter, haar duur kan komen te staan. In deze zaak verloor het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven (het college) de bevoegdheid om EUR 26.500,00 aan verbeurde dwangsommen in te vorderen.