Hoge Raad 24 juni 2016, ECLI:HR:NL:2016:1311
Eiseres is in cassatie gegaan tegen een arrest van het hof Den Bosch van 28 juli 2015. Eiseres heeft de cassatiedagvaarding laten betekenen ten kantore van verweerder's (eerdere) advocaat. De cassatiedagvaarding is enkel aan verweerder uitgebracht.
Bij besluit van 27 mei 2016 is vastgesteld dat de Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude per 1 juli 2016 in werking zullen treden. Hieronder volgt een behandeling van de relevante aspecten van deze wetten.
On 5 February 2016 the Dutch Supreme Court ruled that the fact that a trustee in bankruptcy unlawfully collected pledged receivables has no consequences for the ranking of his salary. That the trustee in this case would profit from his unlawful behaviour (his salary is the highest ranking claim in a bankruptcy) is undesirable, but not enough reason to change the ranking.
In its 18 December 2015 ABN/Marell judgement, the Dutch Supreme Court held that if secured debt is pledged, the holder of that right of pledge has the authority to enforce not only its own pledge but also the security connected with that pledged secured debt. Such chains of secured debt are not uncommon, but often parties are not aware that they exist. According to this new case law, security down the chain can be used in the enforcement of the primary security.
As a general rule, lodging an appeal against a judgment no longer suspends its enforceability. This should accelerate the recovery of outstanding debt in Belgium.
Recovering outstanding debt in Belgium can feel like a long-winded and sometimes frustrating job. A creditor who obtained a judgment against a defaulting debtor is often confronted with an appeal by that debtor, lodged with the only intention to put the enforcement of this judgment on a back burner. Most courts of appeal built up a large backlog as a result of the massive workload of among others these dilatory appeals.
Ruim zes jaar na het faillissement van het Meavita-concern heeft de Ondernemingskamer zich op 2 november jl. in harde bewoordingen uitgelaten over het handelen van bestuur en toezichthouders. De uitspraak volgt op een door de vakbonden en curatoren gestarte enquêteprocedure, waarin het beleid en de gang van zaken binnen Meavita voorafgaand aan faillissement zijn onderzocht.
De Hoge Raad heeft twee uitspraken gedaan over de houdbaarheid van het overwaarde-arrangement in faillissement. In het kort stelt de Hoge Raad vast dat in geval van faillissement van de kredietnemer, de financiers gebruik kunnen maken van het overwaarde-arrangement, mits de kredietnemer partij is bij het arrangement.
Overwaarde-arrangement
Een aandeelhouder ziet door een faillissement de waarde van de in een vennootschap gehouden aandelen verdampen. Soms maakt de aandeelhouder een derde het verwijt dat deze verantwoordelijk is voor het faillissement en de daardoor voor de aandeelhouder ingetreden schade. Kan die aandeelhouder zijn schade op de derde verhalen? Deze vraag kwam aan de orde in het faillissement van reisorganisatie OAD. De rechtbank Midden-Nederland deed recent uitspraak in een door de aandeelhouder tegen de bank aanhangig gemaakte procedure.
Quoted October 2015 - Edition 105 Current issues relating to accounting law, article 403 liability and insolvency law 2 In this edition • Introducion • Financial reporting • Article 403 liability • Facilitating reorganisations of businesses: Dutch pre-packs and schemes 3 Fourth Directive (78/660/EEC) and the Seventh Directive (83/349/EEC) in relation to individual and consolidated accounts, and Directive 2013/50/EU, which amends a number of the provisions of the Prospectus Directive (2003/71/EC) and the Transparency Directive (2004/109/ EC). 1.