Until now legal entities serving as board members, directors, or liquidators of companies could choose whether to subject themselves to VAT for the services they rendered. But according to the Belgian VAT administration’s published decision ET.125.180 on 20 November 2014, this optional regime will be abolished from 1 January 2015, making these entities liable for VAT mandatorily.
Op 1 september jl. is het wetsvoorstel Wet civielrechtelijk bestuursverbod bij de Tweede Kamer ingediend. De belangrijkste punten in het voorstel zijn:
Op 11 juli 2014 heeft de Hoge Raad bepaald dat vorderingen van een huurder tot het verrichten van onderhoud en tot het verschaffen van huurgenot op zichzelf steunvorderingen kunnen opleveren bij een faillissementsaanvraag (ECLI:NL:HR:2014:1681).
Met de inwerkingtreding van de Wet Claw back op 1 januari 2014 eindigde een periode waarin diverse ondernemingsrechtelijke wetten in werking traden, waaronder de Wet bestuur en toezicht en de Flex-BV wetgeving. Op dit moment bereidt de wetgever enkele nieuwe wetsontwerpen voor. In de meeste gevallen staat daarin de rol van bestuurders en toezichthouders centraal. Zo ook in het voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen en binnen het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht.
Inleiding
Degene die als bestuurder namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt, is in bepaalde gevallen persoonlijk aansprakelijk jegens de benadeelde schuldeiser.
Separatistenpositie
Pand- en hypotheekhouders nemen in het geval van een faillissement een bijzondere positie in, te weten de positie van een separatist. Separatisten staan in beginsel buiten het faillissement. Dat betekent dat de rechten van een separatist – waarvan het recht van parate executie het belangrijkste recht is – in stand blijven, ondanks een ingetreden faillissement.
Doorbreking separatistenpositie
De Hoge Raad heeft recent meer duidelijkheid gegeven over de positie van een pandhouder in het kader van een met de pandgever afgesproken opheffingsuitverkoop. Zowel het regime van parate executie en de wettelijke grenzen die aan verrekening in faillissement worden gesteld kwamen aan de orde in dit arrest. Kort gezegd: een afspraak dat executie via een opheffingsverkoop plaatsvindt kan zonder enig risico worden gemaakt.
Recent heeft het Hof van Cassatie de deur iets wijder opengezet voor schuldeisers van een failliete vennootschap om, hangende het faillissement, een individuele vordering in te stellen tegen de bestuurders van de gefailleerde (Cass. 5 september 2013, A.R. nr. C.12.0445.N,www.juridat.be). Concreet mocht de fiscus de niet-betaalde bedrijfsvoorheffing, die opgenomen was in het passief van het faillissement, de facto integraal verhalen op de bestuurders, op grond van foutaansprakelijkheid.
On 9 July 2013 a new law amending the Code of Commerce was enacted in Luxembourg (the “Law”). The Law introduces the right for a depositor to claim the recovery of intangible and non-fungible (i.e., identifiable and separable) goods from a bankrupt company. The parliamentary file aims clearly at including data from a bankrupt cloud computing service provider. The Law sets forth the different conditions to be fulfilled for the entitlement to claim intangible and non-fungible goods from a bankrupt company: