Fulltext Search

The recent decision by the Court of Appeal for Ontario (the “Court”) in 306440 Ontario Ltd. v. 782127 Ontario Ltd.1 serves as a cautionary reminder to secured creditors that their position may not always be at the top of the insolvency food chain, even when they have taken all the proper steps to perfect their security interests.

Binnen het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht worden wijzigingen van het faillissementsrecht voorbereid. Het wetgevingsprogramma bestaat uit drie pijlers, te weten (i) fraudebestrijding; (ii) versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven; en (iii) modernisering van het faillissementsrecht. Wij noemen in deze Update enkele maatregelen waarop al concreet zicht bestaat.

In het kader van het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht is op 1 september 2014 het wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om in geval van faillissement een (oud-)bestuurder of feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon voor maximaal vijf jaar te verbieden een bestuursfunctie of functie als commissaris te bekleden binnen een rechtspersoon.

On December 1, 2014, the Court of Appeal for Ontario (the “Court of Appeal”) released its decision, written for the Court of Appeal by Madam Justice Pepall, in Bank of Nova Scotia v. Diemer, 2014 ONCA 851 (“Diemer”). The Court of Appeal dismissed the court-appointed receiver’s (the “Receiver”) appeal of the order of Justice Goodman, which, among other things, reduced the fees of counsel (“Counsel”) to the Receiver.

Het komt helaas voor dat een subsidieontvanger failliet gaat. Vanuit beleidsmatig oogpunt is het vaak wenselijk dat het gesubsidieerde, nog lopende project kan worden afgerond. Vanuit juridisch oogpunt is het echter de vraag of, en zo ja onder welke voorwaarden, de subsidie kan worden overgenomen door een derde die het project wil voortzetten. Zeker als de subsidie is verleend na een zogenaamde tenderprocedure, is het de vraag in hoeverre een subsidieverleningsbesluit nog gewijzigd kan worden.

Until now legal entities serving as board members, directors, or liquidators of companies could choose whether to subject themselves to VAT for the services they rendered. But according to the Belgian VAT administration’s published decision ET.125.180 on 20 November 2014, this optional regime will be abolished from 1 January 2015, making these entities liable for VAT mandatorily.

Bankruptcy and insolvency professionals should take note of two recent Ontario Superior Court decisions that put professional fees in the spotlight.  TNG  Acquisition Inc. (Re), 2014 ONSC 2754 [Commercial List] (“TNG Acquisition”) and Bank of Nova Scotia v. Diemer, 2014 ONSC 365 (“Diemer”), saw Brown J. and Goodman J., respectively, reduce fees for court-appointed officers and their legal counsel on the basis that the amounts sought were unreasonable in consideration of the work performed.

Op 1 september jl. is het wetsvoorstel Wet civielrechtelijk bestuursverbod bij de Tweede Kamer ingediend. De belangrijkste punten in het voorstel zijn:

Op 11 juli 2014 heeft de Hoge Raad bepaald dat vorderingen van een huurder tot het verrichten van onderhoud en tot het verschaffen van huurgenot op zichzelf steunvorderingen kunnen opleveren bij een faillissementsaanvraag (ECLI:NL:HR:2014:1681).

Met de inwerkingtreding van de Wet Claw back op 1 januari 2014 eindigde een periode waarin diverse ondernemingsrechtelijke wetten in werking traden, waaronder de Wet bestuur en toezicht en de Flex-BV wetgeving. Op dit moment bereidt de wetgever enkele nieuwe wetsontwerpen voor. In de meeste gevallen staat daarin de rol van bestuurders en toezichthouders centraal. Zo ook in het voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen en binnen het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht.