On October 13, 2015, the Ontario Court of Appeal (the "Court of Appeal") upheld1 a CCAA judge's decision that the "interest stops rule" applies in CCAA proceedings, which significantly limits unsecured creditors' ability to recover interest accrued after the date of a debtor's insolvency.

Background

In a recent decision, the Ontario Superior Court clarified the test by which Ontario courts will recognize foreign bankruptcy proceedings.

Under the Bankruptcy and Insolvency Act1, trustees have considerable discretion to administer a bankrupt’s estate in an expedient manner. However, the British Columbia Court of Appeal recently confirmed that trustees must exercise such discretion within the limits of relevant statutory provisions and common law principles.

I.  Introduction

Canadian restructuring and liquidation legislation provides struggling companies and bankruptcy trustees with powerful tools to restructure their affairs and maximize value for stakeholders. For example, in the right circumstances valuable contracts can be assigned, on notice to the counterparties, to buyers prepared to pay well for the rights conferred under the contracts. In such circumstances, the counterparty’s bargained for right to withhold its consent to an assignment can be effectively overridden by court order.

Inleiding

Degene die als bestuurder namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt, is in bepaalde gevallen persoonlijk aansprakelijk jegens de benadeelde schuldeiser.

Separatistenpositie

Pand- en hypotheekhouders nemen in het geval van een faillissement een bijzondere positie in, te weten de positie van een separatist. Separatisten staan in beginsel buiten het faillissement. Dat betekent dat de rechten van een separatist – waarvan het recht van parate executie het belangrijkste recht is – in stand blijven, ondanks een ingetreden faillissement.

Doorbreking separatistenpositie

De Hoge Raad heeft recent meer duidelijkheid gegeven over de positie van een pandhouder in het kader van een met de pandgever afgesproken opheffingsuitverkoop. Zowel het regime van parate executie en de wettelijke grenzen die aan verrekening in faillissement worden gesteld kwamen aan de orde in dit arrest. Kort gezegd: een afspraak dat executie via een opheffingsverkoop plaatsvindt kan zonder enig risico worden gemaakt.

Bankruptcy trustees should clearly communicate to the bankrupt their intent to make a claim against the non-exempt equity in the bankrupt's property at the time of the assignment into bankruptcy, according to the recent decision of the British Columbia Supreme Court in Re Barter.1 A failure to communicate such an intent may result in the trustee being unable to realize the non-exempt equity or, as in Re Barter, the absolute discharge