Introduction

Today, the UK Supreme Court considered for the first time the existence, content and engagement of the so-called “creditor duty”: the alleged duty of a company’s directors to consider, or to act in accordance with, the interests of the company’s creditors when the company becomes insolvent, or when it approaches, or is at real risk of, insolvency.

The High Court in London gave judgment on Friday, 3 July 2020 on the relative ranking of over $10 billion of subordinated liabilities in the administrations of two entities in the Lehman Brothers group.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het adviesrecht van de ondernemingsraad in beginsel wel van toepassing is in geval van faillissement. Hierbij formuleert de Hoge Raad drie richtlijnen:

In de Employment Update van april jl. informeerden wij u al over het feit dat de Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie ("HvJ") in zijn conclusie in de zaak Estro/Smallsteps het HvJ heeft geadviseerd, dat de Richtlijn Overgang van Onderneming gewoon van toepassing dient te zijn op zogenaamde pre-pack faillissementen. Een pre-pack faillissement betekent - in het kort - dat een doorstart volgend op een faillissement al vóór de faillietverklaring in stilte wordt voorbereid met de hulp van een "beoogd curator".

The recent decisions in Re MF Global UK Ltd and Re Omni Trustees Ltd give conflicting views as to whether section 236 of the Insolvency Act 1986 has extra-territorial effect. In this article, we look at the reasoning in the two judgments and discuss a possible further argument for extra-territorial effect.

The conflicting rulings on section 236