On 17 April 2020 the Supreme Court handed down an important interim judgment concerning the pre-pack bankruptcy of Heiploeg. In this judgment, the Supreme Court holds that the rules on the Transfer of Undertakings (as explained further below) do not apply to a restart following bankruptcy. In addition, the Supreme Court holds that the rules on the Transfer of Undertakings do not always apply in the case of a restart that has been prepared by means of a pre-pack. The Supreme Court takes the view that in the pre-pack bankruptcy of Heiploeg these rules do not apply.
Earlier today, the Dutch House of Representatives (de Tweede Kamer) has voted in favour of the draft bill on “court sanctioning private composition to avoid bankruptcy” (de Wet homologatie onderhands akkoord ter voorkoming van faillissement, the WHOA), together with certain amendments.
This is great news: the WHOA is an effective restructuring tool that is likely to become widely used both in local and cross border restructurings. Especially in light of COVID-19, this is a welcome extra tool for enterprises in distress to avoid bankruptcy.
Op 17 april 2020 heeft de Hoge Raad een belangrijk tussenarrest gewezen inzake het pre-pack faillissement van Heiploeg. Uit dit arrest blijkt dat de Hoge Raad van oordeel is dat de regels van Overgang van Onderneming (hieronder nader uiteengezet) niet van toepassing zijn bij een doorstart na faillissement.
Op 25 januari 2017 hebben de voormalig bestuurders en commissarissen van Meavita een schikking getroffen met de curatoren voor een bedrag van EUR 1,8 miljoen, zonder daarbij aansprakelijkheid te erkennen. De FNV is geen partij bij deze schikking, waardoor de (mede) door de FNV ingestelde enquêteprocedure in beginsel doorloopt. Of de FNV ook doorzet in de enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer is nog onduidelijk.
Meavita
Bij besluit van 27 mei 2016 is vastgesteld dat de Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude per 1 juli 2016 in werking zullen treden. Hieronder volgt een behandeling van de relevante aspecten van deze wetten.
Ruim zes jaar na het faillissement van het Meavita-concern heeft de Ondernemingskamer zich op 2 november jl. in harde bewoordingen uitgelaten over het handelen van bestuur en toezichthouders. De uitspraak volgt op een door de vakbonden en curatoren gestarte enquêteprocedure, waarin het beleid en de gang van zaken binnen Meavita voorafgaand aan faillissement zijn onderzocht.