In a decision delivered on 7 June 2024 (2024TALCH02/00950) (the Decision), the Luxembourg District Court provided for substantive clarifications regarding article 10 of the Luxembourg Law of 7 August 2023 on the continuation of businesses and modernisation of insolvency law (the Restructuring Law). This article empowers the Court to appoint judicial agents (mandataires de justice) in case of serious and aggravated misconduct (manquements graves et caractérisés) by the debtor or its corporate bodies, threatening the continuity of the business.

Snippet series

What is the impact on the double Luxco and the Luxembourg share pledges?

Luxembourg bolsters its position for the structurings of international investments with the introduction of new tools for bankruptcy prevention. The existing and new financial collateral arrangements maintain their bankruptcy insolvency proceedings remote status, preserving the benefit and popularity of the double Luxco structure and the related enforcement of Luxembourg share security.

This article deals with the insolvency concept of the center of main interests (COMI) under the European Union insolvency legislation, in particular Regulation 2015/848 on insolvency proceedings (the Insolvency Regulation or the Regulation).

Pursuant to the Insolvency Regulation COMI is one of the central unified and autonomous concepts¹ of the insolvent debtor, i.e. it is an insolvency concept and not a corporate law or tax concept.

Earlier today, the Dutch House of Representatives (de Tweede Kamer) has voted in favour of the draft bill on “court sanctioning private composition to avoid bankruptcy” (de Wet homologatie onderhands akkoord ter voorkoming van faillissement, the WHOA), together with certain amendments.

This is great news: the WHOA is an effective restructuring tool that is likely to become widely used both in local and cross border restructurings. Especially in light of COVID-19, this is a welcome extra tool for enterprises in distress to avoid bankruptcy.

Op 25 januari 2017 hebben de voormalig bestuurders en commissarissen van Meavita een schikking getroffen met de curatoren voor een bedrag van EUR 1,8 miljoen, zonder daarbij aansprakelijkheid te erkennen. De FNV is geen partij bij deze schikking, waardoor de (mede) door de FNV ingestelde enquêteprocedure in beginsel doorloopt. Of de FNV ook doorzet in de enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer is nog onduidelijk.

Meavita

Bij besluit van 27 mei 2016 is vastgesteld dat de Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude per 1 juli 2016 in werking zullen treden. Hieronder volgt een behandeling van de relevante aspecten van deze wetten.

Ruim zes jaar na het faillissement van het Meavita-concern heeft de Ondernemingskamer zich op 2 november jl. in harde bewoordingen uitgelaten over het handelen van bestuur en toezichthouders. De uitspraak volgt op een door de vakbonden en curatoren gestarte enquêteprocedure, waarin het beleid en de gang van zaken binnen Meavita voorafgaand aan faillissement zijn onderzocht.